Taal
Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Onderzoekers Nyenrode: Verduurzamen logistiek vraagt meer regels


Niet minder, maar méér regels en een actievere rol van de overheid zijn nodig om logistieke ketens grondig te verduurzamen. Dat bepleiten drie hoogleraren van de Nyenrode Business Universiteit in een recent onderzoeksrapport. De wil om te verduurzamen is er bij veel bedrijven, maar echt grondige stappen zetten blijkt lastig.

De overheid moet meer doen om logistieke ketens op weg te helpen om te verduurzamen. Dat kan door juist meer duidelijke regels op te leggen aan het bedrijfsleven en door actiever te worden als het gaat om de informatievoorziening, de eigen aanbestedingen en de rol om ketenpartijen om de tafel te krijgen. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het recente onderzoeksrapport ‘De rol van Recht en handhaving in de verduurzaming van logistieke ketens’ van de Nyenrode Business Universiteit. De onderzoekers willen graag in gesprek met de overheid om de conclusies te bespreken.

Hoogleraar Supply Chain Management Jack van der Veen, universitair hoofddocent Commerciële Privaatrecht Ingrid Koning en Tineke Lambooy, hoogleraar Ondernemingsrecht, werkten twee jaar aan het rapport. In totaal werden er 32 interviews met bedrijven gehouden en twee casestudies gedaan. Van der Veen: “Wat mij vooral heeft verbaasd: er is ontzettend veel regelgeving waar de logistiekeling geen weet van heeft. En dat terwijl een fors aantal van die wetten een enorme impact heeft op hoe het gaat in de keten. En er komt nog veel aan zoals de CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive), op grond waarvan ondernemingen de milieu- en mensenrechtenimpact van hun eigen partijen en van de partijen in de waardeketen in kaart moeten brengen.”

Verduurzamen belangrijk

“Vrijwel iedereen vindt duurzaamheid belangrijk, zo blijkt uit de interviews”, vertelt Van der Veen. “Daar is geen discussie over. En dat is echt anders dan zeg vijf jaar geleden, toen dat veel minder speelde. Bedrijven zijn er nu wel mee bezig, maar voelen zich nog wat handelingsonbekwaam. Vaak zijn ze bezig met een duurzame verpakking of ingrediënten en zo, maar over de logistiek wordt nauwelijks nagedacht. Juist dat is keihard nodig en gebeurt niet. Dat zien en weten die bedrijven ook wel. Maar ze wachten liever op wetgeving, want dan worden ze gedrongen om iets te doen. Dat vinden ze ook wel prettig, want dan hoeven ze niet na te denken over hoe ze het precies moeten doen.”

Volgens Koning kijken bedrijven daarbij ook naar de concurrentie. “Als ik het moet doen, moet mijn concurrent dat ook doen, zodat iedereen met dezelfde situatie wordt geconfronteerd.” Ze vinden een gelijk speelveld dus belangrijk.

Van der Veen constateert dat de logistiek nog erg traditioneel werkt en denkt. “Natuurlijk vinden de bedrijven duurzaamheid belangrijk, maar de dominantste factoren zijn nog steeds de kosten en tijdigheid van het vervoer. En als je gaat verduurzamen, ga je meer kosten maken, zo redeneren bedrijven. Dat willen ze op zich nog wel, maar ze vrezen dat daardoor hun concurrentiepositie verslechtert. Wat we niet of nauwelijks in het onderzoek vinden is de redenatie andersom, namelijk dat je door duurzaam te gaan werken een concurrentievoordeel zou kunnen behalen.”

Slechts een enkeling redeneert wel op die manier, constateren de onderzoekers. Van der Veen: “Bij die bedrijven zie je dat ze er echt voor kiezen om duurzaam te zijn, maar dat is een enkele witte raaf. Als je dieper kijkt, moet je je afvragen: wie gaat duurzaamheid afdwingen? De markt? Die lijkt het niet te kunnen. De consument of de verladers dan? Nee, die gaan dat ook niet doen. Dan blijft alleen de overheid over als partij die het kan afdwingen.”

Onvoldoende

Volgens Van der Veen doet de overheid wel pogingen daartoe, maar is dat onvoldoende. “Overheden willen graag duurzaam bouwen, alleen kiest iedere gemeente of overheidsinstelling daarbij weer voor zijn eigen normen. Daar kan de markt nooit op reageren. Want om iets te veranderen, heb je volume en terugkerende vraag nodig. Anders kun je je er nooit in specialiseren. Iets dergelijks geldt in de logistiek ook. Iedereen vult het begrip duurzaamheid anders in en daardoor is het lastig om erop in te spelen.”

Koning ziet daarin ook een paradox. “Iedere ketenpartij is voor meer duurzaamheid, tot aan de eindconsument toe. Maar je ziet daar wel twee gezichten. Iedereen wil. Maar als het gaat om het concreet echt anders te doen door keuzes te maken of bepaalde gewoonten op te geven, dat is weer een ander verhaal. Natuurlijk ziet iedereen wel dat de normen schuiven, maar dat is diffuus en gaat langzaam. Misschien wel té langzaam. Daarnaast zijn er wel partijen die iets proberen, maar daar voorzichtig mee zijn omdat ze angstig zijn voor de reactie van de consument. Wij spraken een supermarktketen die alleen nog maar biologische melk in de schappen heeft, maar dat bewust niet vermeldt omdat ze bang is dat een deel van de consumenten dan naar de concurrent gaat.”

Inzoomend op het transport constateren de onderzoekers dat ook daar nauwelijks vernieuwing is te bespeuren. Koning: “Kijk naar hoe het beleveren van de binnensteden sinds de jaren negentig wordt gedaan. Als je vraagt waarom bedrijven het zo doen, is het antwoord vaak: nou, omdat we het zo doen en het goed werkt. Om echt los daarvan te komen en bijvoorbeeld ladingen te bundelen in hubs en zo de binnenstad in te brengen, is voor vele nog niet aan de orde. Dus: de wil is er om te verduurzamen, maar die wil staat niet altijd in verhouding met de norm die dat moet veranderen.”

Volgens Van der Veen speelt dit fenomeen bij meer zaken in de logistiek. “Kijk naar digitalisering. Dat is voor veel bedrijven hetzelfde doen, maar dan digitaal. Dat zie je bij verduurzaming ook. We doen hetzelfde, maar dan duurzamer. In plaats van een dieseltruck hebben we nu een elektrische. Dat is mooi, maar écht verduurzamen kan alleen door misschien wel je hele ketennetwerk anders in te richten of op een andere manier met collega’s in het bedrijf of met andere partners in de keten samen te werken.”

Strategisch

Van der Veen constateert dat verduurzaming een heel breed pakket vraagt. “Daarbij is ook de vraag relevant wat verduurzaming precies is. Dat is een vraag van strategische aard en dat is precies wat de logistiek niet is. Die is juist operationeel van aard. Dat komen we heel erg tegen in het onderzoek. Iedereen is erg operationeel bezig met logistiek en dat betekent dat iedere vernieuwing ook een verstoring is. Innoveren gaat meestal niet in één keer goed; soms moet je nog veel ontdekken en dat is iets wat je in de dagelijkse operatie niet wilt hebben.”

Om een duurzaamheidstransitie te bewerkstelligen, gebruiken de onderzoekers het sustainable market transformation-model van Simons en Nijhoff. “Dat model gaat ervan uit dat er langzamerhand een omslag ontstaat. De rol van de overheid is daarbij in het begin het stimuleren van innovatie om ‘goedwillenden’ een handje te helpen en aan het eind te drukken met stringente regelgeving om ‘onwillenden’ te dwingen mee te doen”, aldus Van der Veen. “Wij trekken een andere conclusie, namelijk dat de overheid moet stimuleren maar ook direct al moet beginnen met concrete wet- en regelgeving als het gaat om logistiek. Het is namelijk geen markt of sector. Logistiek wordt door heel veel partijen uitgevoerd, niet alleen door de logistieke dienstverleners.”

Juist door te kijken naar de logistieke ketens komen de onderzoekers tot andere conclusies dan traditionele transitiemodellen. “Dat het moet komen vanuit de overheid met wet- en regelgeving betekent niet dat de rest achterover kan leunen”, stelt Van der Veen. “Ook bedrijven moeten actief aan de slag. Wat daarbij helpt, is wat de overheid daarnaast nog doet. Denk aan goede informatievoorziening en subsidiering. En dat allemaal in een langetermijnvisie, want juist daarvoor is de overheid. Nu zijn we aan het pappen en nathouden en maar vooruitschuiven. Dat is de situatie waarin we zitten. En dan komt er van die hele duurzaamheid helemaal drie keer niks terecht.” Volgens Koning is het momenteel wetgeving uit Europa die zorgt voor de broodnodige stappen. “Maar dat alleen is niet voldoende. Want iedereen kan compliant zijn met deze wetgeving… maar dat betekent niet meteen dat je iets grondig verandert.”

Wicked problem

De onderzoekers concluderen dat er sprake is van een wicked problem, een probleem met meerdere eigenaren. “Die partijen moeten samenkomen, get the system in the room. Daar moet worden gewerkt aan een gezamenlijke doelstelling, een common ground”, schetst Van der Veen. “Dat leg je bijvoorbeeld vast in een convenant met daarbij een partij die dient als regisseur en die partijen aan de oren trekt als iets niet klopt. “De regierol zou door de overheid kunnen worden gepakt.”

Naast dat bedrijven melden dat ze duidelijke regels willen, moet de overheid daarbij ook betrouwbaar zijn. “Maar aan de andere kant willen bedrijven óók weten hoe er wordt gehandhaafd. Daar zit een enorme onzekerheid en wantrouwen”, legt koning uit. “Denk aan de lng-subsidieregeling. Bedrijven gingen daarin mee. Maar toen de prijs te hoog werd, trok de overheid de regeling weer in. Of denk aan de zero-emissiezones. De regel is heel duidelijk: er mag alleen nog maar met elektrische wagens worden beleverd in de binnenstad. Dat is een gesloten norm. Maar dan is er weer een ontheffingsmogelijkheid, waardoor het onzeker is hoe de gemeente gaat handhaven. Wat als de concurrent een ontheffing krijgt? Waarom moet jij dan wel investeren? En hoe wordt alles gehandhaafd? Die onzekerheid knaagt aan bedrijven.”

En dan schaf je een duurzame truck aan en kom je weer in de knel met andere regels, vult Koning aan. “Wij spraken een logistiek dienstverlener die elektrische trucks heeft. Chauffeurs moeten daarvoor een ander rijbewijs halen, dat is al een barrière. Maar daarnaast komen ze in de knel met de rust- en rijtijden. Want laden bij een ketenpartij is bijvoorbeeld werken, in plaats van rusten. Het is regelgeving die vanuit een bepaald gedachte goed bedoeld is, maar vanuit het oogpunt van duurzaamheid contraproductief is.” Daarnaast is er nog vaak veel onduidelijkheid over aankomende wet- en regelgeving. “Neem de CSRD. Die moet dit jaar worden geïmplementeerd. Hoe de handhaving er precies uitziet, is nog onzeker. Bedrijven worstelen er dan mee. Daarbij komt nog dat slechts een klein percentage ervan op de hoogte is en ermee bezig is.”

Wacht niet af

Toch is het advies van Van der Veen aan ondernemers om juist gebruik te maken van de aankomende wetgeving voor bedrijven en niet af te wachten. “Het is ook een kans om ondernemerschap te tonen. Met het idee van: als je daar goede invulling aan geeft, kun je een koploperspositie creëren. Denken in nieuwe kansen en businessmodellen, dat doe je niet door een compliance officer of manager Duurzaamheid toe te voegen aan de staff die weer rapportjes gaat maken, maar door op de logistieke werkvloer te beginnen. ‘Meten is weten is verbeteren’ is het credo wat mij betreft. Nu is dat nog te vaak ‘meten is weten is afrekenen’. Begin met coaches op de werkvloer om aan de slag te gaan met verduurzamen van de logistiek. Bottom up. Juist daarbij kan de overheid het mkb helpen om die transitie te maken. Enerzijds door wet- en regelgeving en anderzijds juist ook met informatie en diensten. Want bedrijven en ketens willen wel, maar hebben daarbij echt hulp nodig.”

Koning vult daarop aan dat wet- en regelgeving niet iets is om strikt aan te voldoen, maar te gebruiken als instrument om dingen echt te veranderen. “Compliant zijn is mooi… maar je moet echt de processen en bedrijfsvoering veranderen. Regels zijn daarvoor een goede tool. Bovendien is er geen tijd te verliezen, want de CO2-reductiedoelstelling van zestig procent in 2030 komt er snel aan. De wil is er, maar de druk is enorm. Vandaar ook onze aanbeveling dat de overheid meer rollen moet oppakken om de markt te helpen de transitie te versnellen.”

Van der Veen waarschuwt dat niets doen echt geen optie is. “We spraken een logistiek dienstverlener die verduurzamen niet zag zitten. Want zijn klanten vroegen er niet om. Riskant, want over een jaar kan dat heel anders zijn en ben je weg. Bovendien wordt er nog te veel in machtstermen gedacht in de keten. Wie is de baas? Hou daarmee op, zeggen wij. Je bent van elkaar afhankelijk en moet uiteindelijk gaan samenwerken. Daar zou de wet- en regelgeving op gericht moeten zijn.”

De onderzoekers willen graag met de overheid in gesprek over hun conclusies. “De klimaatdoelen naderen snel, dus we hebben weinig tijd te verliezen”, aldus Koning. “We gaan het gesprek graag aan en zouden ook vervolgonderzoek willen doen op dit gebied, zodat de logistiek echt duurzame stappen kan zetten”, besluit Van der Veen.

Onderzoek lezen

Download het Rapport De rol van Recht en handhaving in de verduurzaming van logistieke ketens van de Nyenrode Business Universiteit.

Bron: evofenedex.nl

Ga terug